2011
23
sep
Morvanrit 2 september 2011
- | Joost Huvenaars | x

Het Parc Naturel Regional du Morvan is een natuurgebied waar je sowieso verliefd op kunt worden. Rust en stilte. Groen. Bochtige en smalle wegen. Omhoog en omlaag. De combinatie van je passie voor de MX5 en de mogelijkheden die de prachtige Morvan biedt om te genieten van la voiture décapotable en het aanspreken van haar rijeigenschappen is de juiste. Met een beetje geluk en afhankelijk van het gezelschap hoor je zelfs de wielewaal.......

Aad en Rina Broersma, die sinds jaar en dag een geweldig 2e huis in de Morvan bijna permanent bewonen, hebben in september in een tweetal achtereenvolgende weken een rit uitgezet voor steeds 10 equipes. Dit verslag beschrijft de 2e week (18-23 september). De aanlooproute, zo’n 750 km. vanaf Utrecht werd door de deelnemers individueel gereden. Ineens of in etappes. Veel autoroute of veel binnendoor.

Ontvangst en vertrekpunt voor de dagelijkse ritten is het kleinschalige hotel Auberge de la Chaloire in La Petite Verrière. De eigenaren Stan en Lidewij van den Brûle verwennen het gezelschap die dagen met hun voortreffelijke service en gerechten. En wijn. De hele voorraad pinot noir uitverkocht binnen één week.

De uitzetters, Aad en Rina, hebben in het heuvelachtige gebied met een eeuwenoude cultuur gezocht naar de combinatie van rijplezier en de kennismaking met kastelen, burchten, kloosters, kerken, stadskernen en musea. Dat is meer dan goed gelukt. Er is een zeer fraai routeboek samengesteld met uitgebreide informatie voor elke dag. Routes en bezienswaardigheden. Genavigeerd wordt op basis van bol/pijl, met tussenliggende - en totaalafstanden, en wegnummers. Een makkie. Uniek voor Mazda MX5-begrippen is ongetwijfeld dat op dag 4 het gehele gezelschap de lunch gebruikt bij Aad en Rina thuis, op hun Domaine au Foivre. Chapeau.

La Petite Verrière ligt midden in het natuurgebied Le Morvan. De 4 dagtrips zijn uitgezet als lussen in alle windrichtingen. Tezamen vormen ze een klavertje vier. Geluk kun je afdwingen.

Dag 1 gaat met name in zuidoostelijke richting. Het weer laat ons nog wat in de steek. Zwaarbewolkt met af en toe een plens regen, dus kapje open, kapje dicht. Totaalafstand ‘maar’ 130 km, dus ruimschoots tijd om ook uit de auto rond te kijken. Bibracte, de restanten (opgravingen) van een grote Gallische stad op de top van de Mont Beuvray. Vervolgens naar Dettey, een hooggelegen punt dat bij helder weer uitzicht biedt op de heuvels van de Morvan , de Beaujolais en het Massif Central. Ja, zelfs het Mont Blanc-massief  zou bij helder weer te zien zijn. Wij nemen het graag aan, want gezien hebben we niet veel meer dan wolken en regen. Op dat moment dan.
De route voert ons probleemloos naar Autun. Die stad is door de Romeinen gesticht. We dwalen er door de straten, gebruiken een voortreffelijke lunch en bezoeken de Cathédrale Saint-Lazaire d’Autun. Daarna vervolgen we de route. De wegen zijn vandaag nog minder bochtig en relatief breed. We zijn al weer vroeg terug in La Petite Verrière. Tijd om na te praten, een glaasje wijn te drinken of, om je auto te poetsen.

Op dag 2 maken we een lus in pakweg een noordwestelijke richting. Qua kilometers een heel stuk serieuzer dan gister. Een kleine 200 km. Het weer is een stuk beter. Wel bewolkt, maar ook meer zon. De kap blijft de hele dag open. We doen Avallon aan. Een oude vestingstad met een strategische ligging en torenhoge wallen. Na een verdiende cappucino au mouse du lait verlaten we dwars door het voetgangersgebied en een fraaie poort de stad. De route brengt ons naar Vezelay. Een stad om echt te bekijken. In de Baselique Sainte Marie-Madelaine worden we verrast door de devote aanwezigheid van nonnen en paters, die liederen ten gehore brengen. Dat zie en hoor je niet veel meer.

Geen aanrader is het lunchrestaurant op het plein. Ze zijn je er liever kwijt dan rijk, althans zo lijkt het. Geen service, dan ook geen fooi, zo simpel is dat.
We vervolgen onze weg en bekijken twee bruggen die boven elkaar over de rivier de Cure zijn gebouwd. De oudste, gebouwd van stenen die afkomstig zijn van een kerkgebouw, dateert van 1770 en de jongste van 1874, lezen we op het informatiebord.  Een geweldige plek voor een picknick. Hadden we dat maar eerder geweten.
Tenslotte rijden we via het Chateau de Bazoches en Chateau Chinon via fraaie, maar redelijk snelle routes weer naar La Petite Verrière. De afdronk van dag 2 is prima. Glaasje wijn, boekje erbij of, even een beetje poetsen.

Dag 3. De noordelijkste lus. Belooft opnieuw een fraaie rit te worden Weer pakweg 200 kilometer en nog meer over smalle wegen. Mmmm, dat is genieten voor de snellere rijder. Snelheid is overigens relatief. Je denkt al gauw dat het hard gaat met zo’n laag-bij-de-grondse-kart als een MX5. Via Saulieu, waar we koffie drinken en het Musée Pompon bezoeken, rijden we richting Semur-en-Auxois. Maar eerst kopen we nog een stokbrood voor de lunch. Het is fantastisch mooi weer en we picknicken in Précy s/s Thil. Een paar bankjes onder een grote kastanjeboom, aan een riviertje, bruggetje rechts, Mairie op de achtergrond en aan de overkant een paar Charolaises met kalveren. Geweldig. Genieten. Wist je overigens dat zo’n koebeest makkelijk 1000 kg. weegt. En dan heb je de stier nog niet gezien!
Semur is op zijn mooist als je er komt aanrijden. De vestingtorens op de plaats waar ooit vroeger ook een ophaalbrug was; meer dan fraai. Bij het bezoek aan de Cathédrale hebben we een gelukje. De koster nodigt ons en enkele andere toeristen uit om de sacristie te bezichtigen. Indrukwekkend.
Tenslotte bezoeken we die dag, na weer wat snelle kilometers, het Château d’Epoisses met zijn opmerkelijke duiventoren. Aad heeft ons geleerd (hij was immers onderwijzer) dat de adel destijds duiven mocht houden naar gelang hun grondbezit. De toren biedt ruimte voor 3000 nesten. Je weet niet wat je ziet en kunt je nauwelijks voorstellen wat een gekrioel dat moet zijn geweest.
De tijd begint te dringen. Genoeg cultuur opgesnoven vandaag. We rijden de heerlijke wegen verder en komen netjes uit bij, jawel La Petite Verrière. Vandaag een pichet de rosé. Poetsen, nee, dat doen wij thuis.

De laatste dag alweer. Dag 4. Meer in zuidwestelijke richting. Prachtige route van ruim 160 km. over de kleinste weggetjes. Wij zijn vroeg weg. Lekker karren. Ongelooflijk veel bomen met tamme kastanjes, die je nu kunt rapen. Net als walnoten trouwens. We nemen ruim tijd voor koffie en vrijwel iedereen passeert ons.
Rond de middag komen we aan bij Aad en Rina thuis. Domaine au Foivre, "broersmastaete” staat er op hun huis. Hoe zouden de Fransen dat uitspreken? Wat een hartelijk welkom. Wat een voortreffelijke en gezonde lunch.
We vervolgen weer en bekijken verbaasd het Lac de Pannecière, een stuwmeer ten behoeve van de regulering van de waterhoogte in de Seine. Het meer staat grotendeels leeg. Je ziet de bedding van het oorspronkelijke riviertje, een bruggetje en vele restanten van bomen die lang geleden verdronken zijn toen het meer is aangelegd. Mooie foto’s gemaakt. Verder maar weer naar Chateau-Chinon, een terrasje en tenslotte terug naar La Petite Verrière. Voor de laatste uitgebreide dis, de bedankjes over en weer. Plezier. Met genoegen terugkijken op een machtige vierdaagse. Morgen terug naar Nederland. Alles binnendoor. Wij althans. Poetsen doen we dan overmorgen. Als we zin hebben tenminste......

Joost Huvenaars



Reageer hier op het evenement:

 
Button