2011
17
sep
Nieuwe Mazda MX-5 wordt sterker, lichter, simpeler
 17-09-2011 |  MX-5 nieuws | bo-webexperts | x | Autoweek

Het is een beetje stil geworden rondom de MX-5. Toch werkt Mazda aan een opvolger voor de open sportieveling. Met nieuwe aandrijftechniek, minder gewicht en net zoveel plezier.

Met het definitief ontvallen van de RX-8 blijft de MX-5 de enige echt sportieve auto die Mazda in het modellengamma heeft. Maar de derde generatie van deze betaalbare, achterwielaangedreven roadster – nota bene de laatste van z’n soort – is sinds zijn introductie in 2006 aardig verouderd. En dat voor een merk dat zich juist zo profileert met rijdynamiek en spannend design.

Gelukkig kunnen we uitkijken naar een opvolger, aldus het Japanse merk tegenover WhatCar?, en wel één die teruggaat naar de "eenvoudige en betaalbare oorsprong” van het model. De eerste MX-5, die in 1989 geïntroduceerd werd, blonk immers uit door z’n lichtgewicht constructie (940 kilo) en lage prijs, evenals de achterwielaangedreven layout. Principes die we ook terug gaan zien in de vierde generatie.

Krachtbronnen

Hoe de nieuwe auto aangedreven zal worden, blijft nog wel even de vraag. Het lijkt erop dat de basismotor een 1,5-liter grote viercilinder wordt, voorzien van een turbo, ontwikkeld met Mazda’s nieuwe Skyactiv-techniek. Hierdoor kan de compressieverhouding verhoogd worden vergeleken met oudere motoren, wat zowel meer trekkracht als zuinigheid ten gevolge heeft. Ondertussen onderzoekt men de mogelijkheid om ook een rotatiemotor in het vooronder van de nieuwe MX-5 te lepelen. Ook wordt er gerept over een mogelijke elektrische aandrijflijn.

Dan natuurlijk de gewichtskwestie. Om het gewicht van de roadster omlaag te brengen (de huidige editie weegt 1.075 kilo schoon aan de haak) zijn er nieuwe lichtgewicht materialen in beeld, zoals met koolstofvezel versterkt plastic. Een merk als BMW maakt daar ook gebruik van, voor de nieuwe i-modellenreeks. Daarnaast wordt er nog gesteggeld over het al dan niet implementeren van elektrische stuurbekrachtiging, omdat dit mogelijk ten koste zou gaan van de sportieve rijeigensch